zondag 31 juli 2016

Asielverzoeking

Ze kwamen met bussen tegelijk
in een donkere novembermaand
met op de velden stoppels
pijpenstelen tegen de beslagen ramen.

Mina bezoekt mij dikwijls
nu met gekorte haren
en een piercing in haar lippen
lacht ze oh mooie zomer
twee liederen uit haar mond.

In keelklanken heb ik haar iets uitgelegd
toen ze gierde zo doe je nog de vogels na
ik zei ahoem en focuste me op een tulpenbol
je krijgt zilver riep ze.

Haar gouden echo
schaatste als dun ijs op mijn netvlies
ik verlies dit nooit heb ik begrepen
al worden mijn haren langzaam grijzer.

Een kind met een hoge paardenstaart
is een gelukkig uit de winterstallen uitgebroken
Demonen bewonen haar Kaboel.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten