zondag 28 april 2019

Junikind.

Toen vader stierf
zag ik een blauwe engel naast zijn bed
het had de handen van een kind
de ogen als een tijgerpaard
zo vurig hoopte ik op God
de Heilige Geest was daar
ik noem hem vrouw of vriend of gids
ik noem hem vos of ree
of iemand die houdt van appeltaart
hij zet een liedje in de ether
want zoveel is een leven waard
de ziel werkt als een radio
de Grote wasmachine zegt nooit stop
de wasverzachter werkt als entiteit
ik zag mijn vader terug als zeemeerman
hij had zijn groene schubben aan
hij riep nog; ooit zal ik daar staan
ik beantwoordde alles met het woordje ja
en liet hem naar zijn ware aarde gaan.

zaterdag 27 april 2019

Aprillend lam.



Leng dagen aan met krolse katers na het vrijen
zonder spatie zonder komma komma komma kom nu maar
blonde gemarkeerde boerderijen waar de gore stront
de strijd mag aanbinden met het ongeboren lam
Ter wereld wentelen komt tot leven in opgewonden lussen
zonder puntkomma komma komma komma kom nu maar
het leven is een pispaal tegen de dood mijn warme
zolang je heilig tussen de crocus staat te mijmeren
belooft de God van Liefde jouw nog geen beulenjaar
tussen mijn vingers en jouw poten bedenk ik beschermende ringen
komma komma komma kom nu maar.

Serajevo

Heb een vrouw ontmoet
ze was begonnen schoeisel te herstellen
voordat de mayakalender afliep
ze zwoer het dragen van felle kleuren af
noemde het onkruid steeds vaker liefste
ik beschrijf nu een hele poos ons nies zeggen


daarom in het midden dit

heb een vrouw gezien met tandafdrukken
op haar bovenarmen
ik noem dit heden pleistoceen

Dichter.

De dichter loopt een kilometer later
met zijn klatergoud
naar de ogen van de straten
trekt aan vlechten
stopt gevechten
haalt wat kinderen uit de knoop
dan weer langs de witte meidoornmeisjes
aait hij het graan
zwaait naar de kalverliefde
en de maan
doet de deur dicht van de waan
sluit de zinnen
morgen is een mooi begin
denkt hij vandaag
wat zal mijn waarheid winnen.

Deling.

Er was een man
er was een andere man
met een lichaam dat rommelde
en het bloed bedierf

eens was er een gehucht
dat na jaren een stad geworden was
de dokter zag het op een luchtfoto
van een bombardement

Gevecht

Met  de afdruk van jouw schoenzool op de muur
bevestig jij dat wij in oorlog zijn
ik dwaal naar een onbekend licht
en ga steeds langzamer naar huis.

In mijn dromen spreek ik je aan
jij ligt niet niet langer op mijn kussen
maar kijk hoe hoe je mij ontwortelt
als een boom in een angstig bos.

Zo ontwijk je al mijn stormen
zo spreek je nooit een GOD aan
en zo trek je je haren los.

Working. America Cyclus.


Vogels trekken aan de tentakels van dit najaar.
Waar zitten de orkanen? Heeft de wind
nog wel een baan?

Ik doe laarzen aan en dompel lipstick op
mijn witte lippen. Krant Mee. Nee,
niet dralen ook. Hij wenst een behandeling
die ik nog moet repeteren.

Een vuurrrood spel. Een schommellied voor
bladafval. Het leer bezeren. Snel. In het ritme
op het paard.

Michael Jackson calling.America cyclus



Cutting out my spine
someone said divine
let us bury the white skulled man
boxing out that nose
Billy Jean here said
people clowned
Lisa Maria's embryo's
Elvis in a string

I am not dead.

Loketten.


Mijn Tessels handschrift. Een meneer
met grijze pet neemt me in koelen bloede
op. Waar heb ik glimlachen geleerd,
zal ik de grijns van een zeemeeuw nadoen,
waarom blijft het maar sneeuwen voor me
op dat papier. Tis van de weeheim.

Omoes badpak met blauwe vissen op de buik,
een plakhand kleverig van Seven Up
waarop nog zoenen liggen. Was je handen
nooit meer. Want de weeheim

tilt niemand op en blijft alleen
samenwonen met het lijdenmede.
Tussen de clivia`s bloeien de floxen.

Bat fieling. America cyclus


Bet sings ar heppen hon
bet bet sings in ze wurlt
komplietly diffikult
momma sau curkels in ze grain
wie spent a offul neit
toe miet oll of us inseen
Poet hur in ze box
whiskey on ze rox
and Rita miet ze mietermeet
it will wurk out oh jeah
it will work out agen

Bijkorie.Experimentele poezie.


Tell us Bijkorie about da itti from dee appa
from de appa from de appa
this not a Goddamned somaar woord
het zegt appa van appa jouw
een apie aan een tak verslingerd
zij mag nie antwoorden nie
ik doe het dan voor haar
uit naam van de grote bavinia
uit het anno des Heeren toen de liefde begon
appa is appart
iets van tweespalt
joh doe je stomme kop uit
je hersens kapot
jij werkt in de diamantenmijn
en ik betaal je winterbloussie
sodat je de gieren

appa is van die huissie weg
geef jouw niet betaal
en in mijn ruiend huilvel
zet ik mijn veren op
dan verraad ik mij maar
mij natuur.

vrijdag 26 april 2019

Nachtnarcis.

En op het einde dan het zuipen van de spiritus
de dag viel zomaar uit mijn handen
en zij keek verdrietig toe en eerlijk
mijn arme dierlijke ziel
mijn moederloze kat
jij hebt het wel  begrepen
de dag is even lang als de nacht
niets is zekerheid wellicht
de nachtnarcis opent zich ĆØĆØn keer
het is de vraag of liefde er nog mee te maken had.

donderdag 25 april 2019

Karin doet de blues

De dagen laten niets heel van wat is,
over de herfstgrond ligt vloeiend het rood
een late regen valt weg in de goot
en ik denk aan jou en hoe ik je mis
en ik mis je.

Touch.

Door het onderzoeken
moe geworden
bij het wassen  van zijn mannelijkheud
wilde hij plotseling kwijt
hoe mooi het leven was

op die manier was hij nooit aangeraakt\
bezat een wrok jegens liefkozing
en had een lidcactus die in de kerst te bloeien stond
maar spreken tegen planten was ook liefde
althans dat leerde moeder hem

misschien is liefde dan een streling van een stem
misschien is liefde een tere teen die uitsteekt uit een sol
zo kietelbaar, misschien is liefde
de dominee die vrouwelijke zachte woorden predikt

hij leeft, hij voelt het op het uiteinde der winternacht
klokken de ijsbloemen en tonen de fragiele rokken
en hij hoopt zo stilletjes dat hij het het voorjaar
in de gele crocus haalt.

zondag 21 april 2019

Caps Lock

Nee laat zelfs dieren hier niet toe
dit bos is veel te wild
de takken striemen
een paarse wolf loopt los mĆØt riemen
de honden zijn het wachten moe

ik zag een ieder in het oog
te los van taal
te los van zeden
ik kĆØĆØk en zag mijn laat verleden
ik kreeg mezelf in het oog

en de echo van mijn tong
sloeg uit mijn leven stukjes over
ik was veranderd en betoverd

ik werd dat lied dat nooit meer zong.

dinsdag 9 april 2019

Wraak.

Jij vindt het fucking fijn
dat ik verdomme naar de klote ga
je bent zo koud,zo stout
je bent de irritante bromvlieg in mijn oor
je bent de klont die ik nog poepen moet
je bent een iglodiner
een verpeste browser
een kapotte harde schijf

in mijn woede ga ik jou te lijf
ik kan je bloed wel drinken
je zuigt me scheef
als er iets te vieren valt
ben je zo van de partij
maar als mijn lichaam bedelt
ben je mij niet nabij

ik kan volgens jou niets schrijven
je snapt niets van mijn gedachten
ik ga dit keer niet op je wachten
totdat je me weer eens belt
jij denkt alleen maar aan diploma's
en een flinke tas met geld

vannacht hang ik als een klamme vampier aan je raam
de maan is vol, ik zou maar wakker blijven
ik kom en ik zal hier nog wat blijven
en dan zal ik je gruwelijk verminken.
je zult na je verdwijning onmiddelijk  gaan stinken.

Wiegelied.

Met anderhalf been om op te staan
houdt moeder haar kinderen in de gaten
het kleine zusje aan mijn hand kan nog niet praten
de muren om ons heen zijn waterkoud.

Wij houden elkaar vast, wij voelen ons verlaten
en als de misthoorn loeit ĆØĆØntonig
wordt het gezicht van moeder oud

Toch `s avonds als de lantaarn weer brandt
en als onze voeten het contact weer met de warmte maken
zoeken wij de beschutting van het laken
tasten in het zoeken naar elkanders zand

Wij houden elkaar vast, wij kennen het verband
van wiegen, slapen en weer verder dromen
na zonsondergang zal alles ĆØcht in orde komen
die zekerheid houdt ons bestaan in stand.

zaterdag 6 april 2019

Liefdesverdriet.

Lichaam klop mijn tenen krom
auw.Ik voel opeens dat virus,
prik in mijn zijde.Je bent koud en nacht,
onaantastbaar
koel.

vrijdag 5 april 2019

Speelgoedpaardje

Sprookjesdier
speelgoedpaardje slaapt op rommelzolder
velletje oud
oogjes zo wijs
van vroeger ben je
weet je nog..
ik trok je aan je ivoorgekleurde oortje
ik trok je naar ons paradijs
dan zwierf ik met je langs de zee
geduldig leerde ik je baden
totdat je wit en schoon en nobel was
de koningin te rijk kamde ik je manen
en zon toverde bezieling in je oog van glas
je bent veranderd in een zebra
wat heeft de tijd met ons gedaan
die rusteloze wezel
haat kinderlijk duimendraaien aan het raam
het dromerig gekwezel
en ik heb ook niet goed op je gepast
laat me het stof afnemen van mijn dom verzuim
je krijgt je paardenkracht terug
in elke vezel
ik streel je levend
tot op het allerlaatste puntje van je kruin.

September feeling

Ik wil vrijen weet je.
Hij zegt dat wens ik ook.
We hebben bakstenen gestolen
en earl grey gerookt.
Mijn ogen zaten potdicht van al die rare kruiden
en in de verte huilde een oud kasteel.

Ruk niet aan ons, september is los
alles wordt zichtbaar kun je er tegen?
Beweeg je als ons, als ons, ons Als, Ons Als.

Met alle wilde spinnen mee.

woensdag 3 april 2019

Voor geliefden

Voor als je droomt:
kom terug bij mij
terug naar het meisje dat ik ben geweest
met mijn vlinders in de buik van vroeger
met mijn duizenden herfstlichtjes in najaarshaar
met mijn open handen waarin een visitekaartje gemaakt van humusblad
met mijn schaterlach uit zee en diepe wouden
waar de krekel kakelt
waar de stilte is
en is
en is.




Onveilige Gebeurtenis.

Dit is het huis
waar de koffie en de moeder
en de poes die nooit meer bij me komt
omdat flessen schreeuwen
laat ons niet eenzaam zo staan
en ze stinken en rollen

mijn murw geslagen geliefde
zegt me ik wil je
maar waar ben jij naar toe gegaan

ik lispel in zijn oor
ik ben ooit doodgebloed
dat was in het griezelbosje van de volle maan

en jij mag daar niet komen.

Persephone aan de Oosterweg.

Het buurtschap ligt troosteloos aan zee
haar armen laten zich ver strekken
de leeuwerik mag een lied verwekken
een dichter neemt de klanken mee

ik ben gebleven tot het niet meer ging
de eenzaamheid verfde mijn handen groen
van sneeuwklokjes en meerminlokken
ik heb mijn schoenen aangetrokken
en besloten dat ik er niets meer aan kon doen

want deze stilte past precies bij jou
ik kan immers geen jaren wachten
en ik moet schreeuwen bij de gedachte
dat ik nooit kon wennen aan zoveel blauw.

maandag 1 april 2019

Waterwoorden

Ik ken een waterwoord.
Ik noem het huilen of
een regenklank.

Het alfabet van laatste letters
want onder je poriƫn bloeit nog
het tropisch regenwoud.

Ik geef je daarom water.
Morgen ben je ijzig blauw
en ik wil je donkergroen denken.

Bloembed in de border
bloesem van lieveling.

Ik geef je daarom water
droge holle boomstam.
Ik ben de kleine specht
die op je hamert.

En waterwoorden schreien op je huid
het Almachtig Amen van verdriet.


Charley

De ijzeren man van Rotterdam
klauwt met zijn handen naar de open lucht
kauwen vluchten van het Shellgebouw
caleidoscoopbeeld van een zwerm
zwarte heren, zwarte vrouwen

en in een portiekplek
zoekt een menselijke prop
de dekens en de warmte op
hij noemt zich Charley Hand voor de mond
verkoudheid heerst nog in de straat.

Morgen voltooit hij zijn zestig uren werken
met drie paar handen en een inktvisoog
tilt hij het deksel naar de onderbuik van deze stad omhoog
en waant zich even krokodil tot maandagochtend.

In het leefnet onder het riool
valt de grond zo af en toe
nog tamelijk droog.

Ali.