Mijn Tessels
handschrift. Een meneer
met grijze pet neemt
me in koelen bloede
op. Waar heb ik
glimlachen geleerd,
zal ik de grijns van
een zeemeeuw nadoen,
waarom blijft het
maar sneeuwen voor me
op dat papier. Tis
van de weeheim.
Omoes badpak met
blauwe vissen op de buik,
een plakhand
kleverig van Seven Up
waarop nog zoenen
liggen. Was je handen
nooit meer. Want de
weeheim
tilt niemand op en
blijft alleen
samenwonen met het
lijdenmede.
Tussen de clivia`s
bloeien de floxen.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten