vrijdag 10 mei 2019

Asielaanvraag


Ze kwamen met bussen tegelijk
In een donkere novembermaand
Met op de velden stoppels
Pijpenstelen regende de beslagen ramen
Mina bezoekt mij dikwijls
Nu met gekorte haren
En een piercing in haar lippen
Lacht ze oh mooie zomer
Twee liederen uit haar mond
In keelklanken heb ik haar uitgelegd
Toen ze gierde zo doe je nog de vogels na
Ik zei ahum en focuste me op een tulpenbol
Je krijgt zilver riep ze
Haar gouden echo
schaatst als dun ijs op mijn netvlies
ik verlies dit nooit heb ik begrepen
al worden mijn haren langzaam grijzer
een kind met een hoge paardenstaart
is gelukkig uit de winterstallen uitgebroken
demonen bewonen haar Kaboel.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten