Hij nam zijn valse meisjes mee
en liet ze voor mijn raam miauwen
ik trok mijn klauwen in en ik keek raar
hij had de bakkes van een tovenaar
en loog wat vreemd over zijn hart
ik zag al wel hoe zwart dat was
ik loerde om hem hèèn, hij boog als riet
en liet zich slaan.
Ik gooide vuur over hem heen, hij kromp
maar zijn enorme kwade ziel
paste in het profiel van zware duisternis
en gangenstelsels vol met vrouwen.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten